Irene in Congo

Sinds september 2009 woon en werk ik in Lubumbashi, DRC. Ik werk met de terugkerende vluchtelingen (gevlucht naar Zambia en Tanzania) en probeer er voor te zorgen dat zij kunnen reintegreren in de Congolese samenleving in het algemeen en in het noord-oosten van Katanga in het bijzonder. Hieronder kun je lezen wat ik meemaak.

donderdag 3 april 2008

Drie maanden dip

Het is moeilijk voor te stellen dat ik alweer drie maanden in Rwanda zit.. aan de ene kant voelt het veel langer aan de andere kant veel korter. Waar het wel uit blijkt is dat ik in m’n drie maanden dip zit…. Weet niet of zoiets officieel bestaat maar volgens mij werkt dat bij mij meestal zo als ik in een nieuw land zit. Niet een heel specifiek definieerbaar iets maar gewoon een algeheel kutgevoel. Het feit dat ik nog niet echt een plekje heb gevonden om me thuis te voelen, het feit dat ik niet iemand heb die ik zomaar midden in de nacht kan bellen omdat ik behoefte heb aan een gesprek, niemand die mij al langere tijd echt goed kent, de trainingen die ik al weken aan het voorbereiden ben die de dag van te voren komen te vervallen omdat er opeens wordt besloten dat de vluchtelingen uit Byumba ook aan de nationale training mee moeten doen, terwijl die in Kibuye niet mee mogen doen, ZUCHT, het andere project dat wegens veel redenen nog niet echt van de grond komt, het feit dat ik nog steeds zo weinig rwandezen ken en m’n kinyarwanda niet opschiet en zo kan ik nog wel even doorgaan. Kortom heimwee en cultuurschok gemengd. Het fijne is dat ik weet dat ik over deze drie maanden dip heen ga komen, het nare is dat ik niet weet wanneer. Heb wel bedacht dat ik m’n slaapkamer meer eigen moet maken. En toevallig kreeg ik woensdag een pakketje uit Nederland me allerlei super leuke dingen waarmee ik m’n kantoor en slaapkamer kan opleuken. Dus dat gaat helpen. Ook leuk was het om te lezen dat m’n contact persoon van CMC in z’n verslag schreef dat ik een geïntegreerde indruk maakte en hij m’n Frans erg goed vond. Hoewel ik me op het moment niet geïntegreerd voel is het toch leuk om te lezen.

Nu m’n trainingen opeens niet meer doorgaan (GRMBL!!!) tijdens de schoolvakantie deze drie weken heb ik opeens tijd om met de verschillende personeelsleden van JRS een dag door te brengen om te zien wat ze nou eigenlijk doen. Vanmorgen ben ik begonnen met Sangano. Zij is verantwoordelijk voor de katholieke vorming van jongeren (o.a. zondagschool) en het opvolgen van meisjes wat betreft onderwijs. In het kamp zijn het nog steeds de vrouwen die vrijwel overal verwantwoordelijk voor zijn.. eten maken, eten ophalen, de was, brandhout sprokkelen of stelen, de opvoeding etc. etc. Traditionele mannen taken zoals landbouw en huizen bouwen zijn in handen van NGO’s. Dus mannen hangen met name rond op het centrale plein. Meisjes hebben ook veel taken in het huishouden waardoor het lastig is om bij te blijven op school. Sangano gaat met hen en hun families praten om te proberen ze in het schoolsysteem te houden. Dus vanmorgen eerst een uurtje met Sangano gepraat om te horen wat ze doet. Vervolgens vraag ik, en wat was je van plan vanmorgen? Om de was te doen.. tja ik wil haar daar natuurlijk best bij helpen, maar dat leek me nou niet het nuttigste om te doen. Dus vanmorgen toch maar op kantoor gezeten en de middag met haar doorgebracht.

We zijn opbezoek geweest bij een gezin met 7 kinderen. Het oudste meisje is 13,5 en het jongste meisje is 2,5. De vader werkt al lange tijd in Congo. De moeder heeft vier maanden geleden besloten een baan te gaan zoeken in Kigali. Voordat ze vertrok heeft ze bijna alle pannen en de rantsoenkaart doorverkocht. De kinderen bleven dus achter zonder ouders, zonder directe familie en erger nog zonder eten. JRS en ARC hebben er voor gezorgd dat ze in ieder geval het grootste deel van hun rantsoen terug krijgen.. of tenminste op papier.. de man aan wie de kaart was doorverkocht neemt bij de verdeling meer dan hem toekomt. Het meisje van 13.5 gaat niet meer naar school omdat ze voor de jongste moet zorgen. De anderen gaan wel naar school. Ongelofelijk dat het hen lukt om in leven te blijven maar de baby van 2,5 is veel te klein voor haar leeftijd en aan haar haar is te zien dat ze ondervoedingsverschijnselen begint te krijgen. In de vier maanden is de moeder 2 keer een dagje terug gekomen om haar kinderen te bezoeken.

Ook zijn we op bezoek gegaan bij Emman, een meisje van 20 jaar. Haar moeder is lang geleden overleden, en haar vader, broers en zussen zijn allen gedood tijdens de oorlog in 2003. Nu woont ze alleen in het kamp. Ik vertelde al eerder dat het vluchtelingenkamp er niet uit ziet als een traditioneel kamp.. het huis van Emman wel. Een echte tent waar ze woont. Dit komt omdat ze niet het geld of de mankracht heeft om palen te kopen en aarde muren te maken. Wat dat betreft is de solidariteit onder de vluchtelingen niet groot het is echt ieder voor zich en niemand die haar helpt om een goed huis te bouwen.
Emman heeft een kindje van een jaar of drie die bij zijn vader woont in een dorp hier ongeveer 2 uur vandaan. Daarnaast is ze nu zwanger van haar tweede kind, in mei zal ze bevallen. Ze vertelde dat ze verloofd was met de vader van dit kind, altijd condooms gebruikte maar hij haar op een avond heeft verkracht, zodra hij er achter kwam dat ze zwanger was is hij met de noorderzon vertrokken en zelfs z’n telefoonnummer veranderd. Sinds een paar dagen is ze te moe om spullen te verkopen op de markt en een beetje extra geld te verdienen. Vrienden heeft ze weinig en ze voelt zich eenzaam. ’s Nachts is ze bang dat iemand met een mes de tent open snijd om binnen te komen.. ze slaapt slecht en is altijd moe. Als ik haar naar haar toekomst vraagt begint ze te huilen. Ze weet niet wat haar toekomst haar zal brengen. Iedereen is overleden van haar familie dus ook in Congo heeft ze niets, geen land, geen baan, niets. In Rwanda blijven kan ook niet, ze vraagt mij te bemiddelen voor ‘resettlement’ Iets waarin ik niet kan bemiddelen. Het feit dat ik door haar het kamp en het leven in het kamp beter leer begrijpen is een schrale troost.. er is niets dat ik direct voor haar kan doen.
Tijdens het hele gesprek krioelen de kindjes rond het huis. De gaten in de tent zijn gevuld met nieuwsgierige oogjes, het gat in de deur wordt gebruikt om mij in m’n zij te prikken en als ik daar niet op reageer om m’n shirt omhoog te tillen. Ze weg jagen heeft geen zin, ze komen gelijk terug, ze negeren werkt ook niet.. ze vervelen zich tijdens de vakantie en een muzungu is altijd interessant om naar te kijken.
Overal waar ik kom in het kamp er volgt altijd een horde kindjes. Ontzettend leuk dat ze m’n naam kennen. Leuk dat ze me groeten met de vogeltjesdans, drie woorden van de hokey pokey of m’n nieuwe favoriet “les pousse en avant”, zelfs “ we maken een kringetje van jongens en van meisjes” zingen ze vrolijk mee. Ik vind het geweldig om met ze te spelen terwijl ik wacht op een vergadering die nooit op tijd begint. Maar als ze dan gaan vechten over wie m’n hand mag vast houden. En iemand wegrent met iemands bananenbladvoetbal. Of kindjes over elkaar beginnen te struikelen omdat ze eindelijk iets te doen hebben.. Dan heb ik er al snel weer genoeg van. Bye bye, of ga naar huis roepen heeft dan weinig zin.. de horde kinderen blijft rond je plakken tot ik bijvoorbeeld het health centre in vlucht waar een bewaker de kindjes weghoudt omdat hij dreigt met een stok.

Dat brengt me op het gebruik van geweld. Het hele dreigen te slaan met een stok vind ik vreselijk, toch maak ik er dankbaar gebruik van dat andere het doen. Het lijkt de enige manier te zijn om kindjes in het gareel te houden… hoe slecht ik het ook vind. Vorige week liep ik naar huis en had ik de gebruikelijke horde kindjes achter me aan. Een paar opgeschoten jochies besloten dat het leuk zou zijn om steentjes naar mij te gooien. Een keer of 5 gooiden ze goed raak. Ouders staan erbij en kijken maar doen niets. Boos worden helpt niet, negeren helpt ook hier niet.. wat moet je in zo’n geval doen? Ik heb uiteindelijk negeren gekozen, want het waren kleine steentjes en ik hoopte dat ze uiteindelijk verveeld zouden raken.

In de school zijn lijfstraffen officieel niet toegestaan, ondertussen weet iedereen dat het nog veelvuldig gebruikt wordt op school. Een paar dagen geleden hebben we iemand moeten ontslaan omdat hij een leerlingen tot bloedens toe had geslagen. Zo ernstig dat ze zelfs naar het ziekenhuis moest. Men besloot niet naar het health centre in het kamp te gaan maar naar een privé kliniek zodat het hele gebeuren in de doofpot zou kunnen verdwijnen. Ongelofelijk dat zelfs het slachtoffer het opneemt voor de dader en ons om vergeving vraagt. Natuurlijk is het rampzalig om ontslagen te worden.. het feit dat hij niet meer bij JRS werkt betekent dat hij ook niet bij een andere NGO aan de slag kan. En buiten het kamp werken kan natuurlijk al helemaal niet. Maar dit soort gedrag valt niet te vergeven.

Wat het voor mij extra schrijnend maakt is dat hij een van de deelnemers van de training was waar discipline een groot onderdeel was… hij heeft er kennelijk niet veel van opgestoken. De directrice van JRS wil nu snel een algehele training over discipline. Zeker verstandig maar met alleen training kom je er niet.. de follow-up is belangrijk.

Trouwens ik kwam op internet de impressie van een van de VSO-vrijwilligers tegen over de training die we hebben gehouden. Misschien leuk om te lezen? Dat is waar ik met name erg mee bezig ben geweest. Helaas is stap twee, dat de deelnemers hun collega’s gaan trainen, dus even uitgesteld. De website is http://geertvanderveen.waarbenjij.nu/site/index.php?page=message&id=2418488

En om deze blog toch nog met een positieve noot te eindigen. Met Pasen ben ik naar Oeganda gegaan om Maureen op te zoeken. Ik heb een geweldige tijd gehad. Sowieso is Kampala een leuke stad en een ECHTE stad, geen groot dorp zoals Kigali. Heerlijk gedanst en vooral veel bijgekletst met Maureen. Ook heb ik Edith en Reinier (van ICA) gezien wat erg gezellig was. Ook super was dat ik naar een winkel ben geweest waar ze veel lesmateriaal hebben, allemaal gemaakt van lokale materialen. Ze gebruiken met name veel rijstzakken, slippers en flesdopjes. We hebben minimaal 3 uur in de winkel doorgebracht. Ik heb de hele winkel leeg gekocht voor voorbeelden die ik hier wil gaan namaken in het Frans. Daarnaast heeft Maureen een spontane sollicitatiegesprek gehad, helemaal super dus.





Maureen en Edith


Thomas en ik


Ik op de Boda-Boda


Poging om al het onderwijsmateriaal thuis te krijgen..

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Heee lieverd, jij mag me altijd middenin de nacht bellen hoor! Sterkte met je dip (sja, en logisch: na een Kampala-feest-weekend met mij en wat rare rasta's kan het alleen nog maar minder worden, haha)...Dikke zoen! Mo

Anoniem zei

Hi Irene,
Na een weekje Brussel even tijd om op je blog te kijken. Hoop dat je snel uit de dip komt. Ik ben er ook van overtuigd dat het je lukt. Van dat geweld moet zelf ook niet zo veel van hebben. Ik vond het 1 maart ook best spannend in Yerevan, Armenie, waar ook geweld was.

Liefs, Henk